Ellen zat diep weggedrukt in de stoel. Ze hield haar kop thee met beide handen vast en nam kleine slokjes. Ze praatte in korte onafgemaakte zinnen, haar stem hoog, haar adem bekneld, alsof ze het snikken probeerde af te wenden. Ze waren twee dagen geleden opnieuw in een grote ruzie terecht gekomen en het was nog steeds niet bijgelegd. Ze konden elkaar niet bereiken en de spanning was om te snijden. Bart zat naast haar, rechtop in zijn stoel. Zijn gezicht stond gespannen en hij beet op zijn lip. Hij verloor haar geen seconde uit het oog terwijl ze praatte. Hij zei niets.
Ellen had een kritische opmerking gemaakt over een afspraak die niet was nagekomen, waardoor Bart boos was weggelopen. Toen ze het later op de avond probeerden uit te praten, kwamen er steeds meer verwijten totdat ze beiden naar elkaar stonden te schreeuwen en Ellen zich huilend op de logeerkamer had terug getrokken. De volgende dag hadden ze niet met elkaar gesproken. Ellen had het verschrikkelijk gevonden dat Bart niet naar haar toe was gekomen om het weer goed te maken. Hij was blijven mokken als een klein kind. Ze had tenslotte haar excuses aangeboden voor de kritiek die ze op hem had geuit, maar ook dat was in een woordenwisseling geëindigd. Ze wist niet meer wat te doen.
Ellen zette haar kopje neer en trok de mouwen van haar trui tot over haar handen. Ze rilde. Ik vroeg Bart hoe het voor hem was geweest. Bart had geprobeerd aan Ellen uit te leggen waarom hij de afspraak niet had kunnen nakomen, maar ze had niet naar hem geluisterd. Er kwam steeds meer kritiek op hem af, hij kon zich er niet tegen verdedigen en was daarom weggelopen. Hij was bang dat hij het nog erger zou maken als hij het nog een keer probeerde uit te leggen. Hij had afgewacht tot ze was gekalmeerd. Nadat ze excuses had aangeboden, kwamen toch weer dezelfde verwijten over hem heen. Hij had het idee dat hij het op geen enkele manier goed kon doen, alles wat hij zei viel verkeerd. Hij begreep niet wat ze van hem wilde. Hij was gesloopt door al die ruzies en dacht er aan om een tijdje bij een vriend te gaan wonen. Bart keek naar Ellen. Ze zat naar haar handen te staren, tranen rolden over haar wangen. ‘Ik weet het niet meer,’ zei hij, ‘ik wil haar niet kwetsen.’
Ik vroeg Ellen wat er zo belangrijk was geweest aan die niet nagekomen afspraak. Het was niet de afspraak, maar de manier waarop Bart had gereageerd, het was zijn houding die haar had geraakt. Hij had gezegd dat hij er niets aan kon doen, dat het nu eenmaal zo ging op zijn werk. Het lag buiten zijn macht. Hij had zijn schouders er bij opgehaald. Ellen had de conclusie getrokken dat het bij een volgende afspraak net zo zou kunnen gaan, dat ze niet op Bart kon rekenen en dat ze hem er niet op kon aanspreken. Ze moest het maar nemen zoals het kwam. Dat maakte een gevoel van onzekerheid in haar los en hoe feller Bart zijn positie probeerde te verdedigen, hoe sterker het werd. Bart onderbrak haar. Hij deed heus zijn best , zag ze dat dan niet. Het ging toch om de intentie. Hij vond het zelf ook niet leuk dat hij op het werk zo onder druk werd gezet. Hij wilde dat ze daar wat meer begrip voor kon opbrengen. Ellen barstte in tranen uit. ‘Je draait alles om,’ zei ze, ‘moet ik ook nog begrip voor jou hebben. Ik moet alle ballen in de lucht houden omdat jij er niet bent, dingen recht breien die jij laat liggen, mezelf overeind houden en me dan ook nog zorgen maken om jou. Het is te veel, ik trek het niet meer.’
Ze waren beiden even stil. Bart reikte uit om haar hand te pakken, maar Ellen schudde nee. Ik vroeg hoe ze zich voelde. ‘Zo verschrikkelijk alleen,’ zei ze. Ik liet haar vertellen. Over hoe ze probeerde om sterk te zijn, hoe ze probeerde controle te houden, hoe ze steeds het gevoel had dat ze zou verzuipen en dat niemand het zag. Zo was het vroeger thuis ook geweest. Haar moeder was veel ziek geweest, ze kwam soms dagen niet uit bed. Ellen zorgde dan voor het huishouden en voor haar broertje. Toen Ellen ouder werd, ging ze met haar moeder naar het ziekenhuis en praatte met haar als ze ongelukkig of bang was. ‘De rollen waren omgekeerd,’ zei ze, ‘ik was de moeder en zij het kind. Zo ben ik opgegroeid. Ik ben gewend om alles in mijn eentje te doen en dat lukt best aardig, maar soms wordt het te veel.’ Ellen boog haar hoofd en zuchtte diep. Bart leunde achterover. Ik vroeg hoe het voor hem was om dit te horen. Het was niet nieuw voor hem, hij kende Ellen als stevige vrouw en zag ook wel dat ze soms te veel hooi op de vork nam. Het raakte hem om haar zo te zien, hij wilde dat hij iets kon doen. Ik vroeg hem om aan Ellen te vertellen wat hij van haar verhaal begrepen had en wat hem zo raakte. Ik zag Ellen ontspannen terwijl Bart praatte. Ze voelde zich gezien, ze was even niet meer zo alleen.
Toen Bart nonchalant en later gekwetst had gereageerd op de kritiek van Ellen, had dit bij haar geraakt aan een oude wond. Ellen had zich als kind vaak alleen en machteloos gevoeld. Omdat er niemand was die haar te hulp kwam, had ze geleerd om voor zichzelf te zorgen. Dit was best zwaar voor het kleine meisje, maar ze werd er steeds beter in. Ze ontwikkelde een heel eigen manier om met stress en moeilijke emoties om te gaan. In plaats van hulp en steun bij de ander te zoeken, wat de meest effectieve manier is om emoties en stress te reguleren, ging ze harder werken om het zelf aan te kunnen. Er leek geen andere optie, want onbewust had ze de overtuiging dat je niet op een ander kon rekenen, de ander was per definitie onbetrouwbaar. Toen Bart zei dat hij niets aan zijn gedrag kon doen, betekende dat voor Ellen dat ze hem niet kon vertrouwen en nog belangrijker, dat hij nooit zou begrijpen hoe het voor haar was om die last te moeten dragen. Ze verbrak het contact omdat hij niet meer veilig voor haar was. Dan liever alleen.
In de therapiesessie gebeurde iets anders. Ellen kreeg alle ruimte om haar verhaal te vertellen en Bart luisterde aandachtig. Dit betekende voor Bart dat hij zijn eigen emoties moest reguleren om er voor Ellen te kunnen zijn. En het was precies dat wat het verschil uitmaakte. Het was niet zoals bij haar moeder die niet voor zichzelf kon zorgen en voor wie Ellen altijd de sterkere moest zijn. Nu kon Bart aan Ellen een bedding geven om haar verdriet, haar boosheid en haar eenzaamheid te laten zien. Deze nieuwe ervaring was een kleine maar betekenisvolle verandering, die Ellen zou helpen om de oude pijn te helen en haar basisgevoel van onveiligheid langzaam bij te stellen.
Verhalen uit de praktijk zijn fictieve verslagen van fictieve sessies met fictieve personages. De inhoud is gebaseerd op vragen en thema’s uit de praktijk.
Foto Christophe Dutour op Unsplash
Geef een reactie