In zijn boek De Tempel van de Relatie, beschrijft Hans Knibbe de partnerrelatie als een kostbare, levendige ruimte waarin beide partners uitgenodigd worden om de emotionele beperkingen uit hun jeugd te overstijgen en vrije. liefdevolle volwassenen te worden.
Knibbe legt uit hoe we in de kindertijd hebben geleerd om het contact met onze geliefden te verbreken of te vermijden ondanks het grote verlangen om dicht bij die ander te zijn. We vermijden contact omdat we behoefte hebben aan autonomie en omdat we bang zijn gekwetst te worden. Deze contactvermijdingen herhalen we in onze partnerrelatie.
Het autonome kind
In al zijn openheid en ontvankelijkheid staat het kind in contact met alles en iedereen. Je zou kunnen zeggen dat het onze natuurlijke staat van zijn is als mens: we zijn voortdurend in relatie. Dit is voor het kleine kind een veilige en voedende ervaring waarin het kan groeien en leren. Er komt echter een moment in zijn ontwikkeling dat het kind behoefte krijgt aan een eigen ruimte, het wil autonoom worden. Een eigen identiteit temidden van de anderen. Het verlangen naar autonomie leert het kind hoe het uit relatie kan gaan. Het leert zich afzetten tegen intimiteit en bemoeienis van ouders of anderen die zijn eigenheid bedreigen. Het leert ook voor zichzelf te zorgen en los te komen uit de afhankelijke positie die noodgedwongen bij het kind-zijn hoort. Vrijheid verwerven is een belangrijke ontwikkelingsstap voor het kind. Deze ontwikkeling kan echter verstoord worden door emotionele kwetsing.
Het gekwetste kind
Elk kind ervaart vroeg of laat in zijn ontwikkeling dat moeder of vader niet altijd aanwezig is op momenten dat het kind hen juist heel erg nodig heeft, bijvoorbeeld omdat het bang is of alleen of hongerig. Omdat het kind nog heel kwetsbaar en afhankelijk is, komt dit pijnlijke gemis hard binnen, zeker als het meermaals gebeurt. Er ontstaat op die momenten een kwetsing die zo’n impact heeft dat het kind zich gaat wapenen tegen een mogelijke herhaling van deze pijn. Het gaat zich een soort pantser aanmeten dat hem zal behoeden voor nog meer kwetsing. Dit pantser kan in het algemeen twee vormen aannemen: of het kind trekt zich terug uit het contact of het kind gaat heel erg zijn best doen om toch te krijgen wat het nodig heeft. Beide houdingen zijn contactvermijdend. Knibbe noemt dit de neurotische splitsing omdat het terugtrekken en het uitreiken, twee basisbewegingen in een intieme relatie, uit elkaar gehaald worden. De splitsing leidt tot het identificeren met één van beide kanten en zet daarmee een rem op het ontwikkelen van een open contactvolle relatie.
Contactvermijding in de volwassen relatie
Knibbe beargumenteert dat de verstoring in het zoeken naar autonomie en de splitsing als gevolg van emotionele kwetsing vaak nog heel voelbaar zijn in het volwassen leven en dat beide contactvermijdingen pijnlijk zichtbaar worden als we een partnerrelatie aangaan. Omdat we in het zoeken naar autonomie in een kinderlijke fase zijn blijven steken, speelt op de achtergrond steeds een verlangen naar versmelting mee, zegt Knibbe. Er is wel een verlangen naar autonomie, maar we voelen ons niet vrij. Er is eerder een gevoel van isolement ontstaan en een verlangen naar een partner die ons uit dit isolement kan halen. Diep vanbinnen voelen we ons eigenlijk nog afhankelijk van de voeding van de ander. We hebben de ander nodig om tot rust te komen en te kunnen ontspannen in de gedachte dat de ander voor ons zal zorgen. We hebben de neiging om te versmelten met onze partner en te rusten in de veiligheid en geborgenheid die dit oplevert. Echt volwassen contact is in deze situatie niet mogelijk, want daarvoor is vrijheid en autonomie nodig.
De emotionele kwetsing uit onze kindertijd heeft ertoe geleid dat we zijn opgegroeid tot een terug-trekker of een uitreiker. Het is een deel van ons karakter geworden en zo vanzelfsprekend dat we zijn vergeten dat deze houdingen eigenlijk contactvermijders zijn. Als we zwijgen en afwachten op spannende momenten of als we toenadering zoeken met verwennerijen en zorgzame aandacht, dan voelen we niet dat we eigenlijk op zoek zijn naar vervulling van de leegte is ons. Er is een gat van gemis in ons ontstaan toen we ons hebben afgesloten van de moeder- of vaderliefde uit angst voor afwijzing of kwetsing. Het pantser van terugtrekken of uitreiken zorgt ervoor dat we niet krijgen wat we het meeste nodig hebben: er komt geen echt contact tot stand. En meestal is het zo dat we een partner hebben gekozen die precies past bij dit gemis en de oude pijnpunten steeds weer wakker maakt. Bovendien bestaan de meeste partnerrelaties uit een terug-trekker en een uitreiker. Je kan als volwassen partners dus aardig vast komen te zitten in deze kind-ouder-dynamiek.
De partnerrelatie als ruimte voor ontwikkeling
Omdat de partnerrelatie zoveel pijnlijke dynamiek en contactvermijding oproept, is het natuurlijk de perfecte relatie om op deze thema’s te groeien en de kwetsuren uit het verleden te overstijgen. Elkaar daarin steunen en uitdagen kan tot een liefdevolle intieme relatie leiden. De eerste stap is het herkennen van het pantser en besluiten om te stoppen met contactvermijding. Hiervoor moet je leren omgaan met de angst voor kwetsing. Je kunt dit bijvoorbeeld doen door afstand te nemen van je eigen (belangen)perspectief en je te verplaatsen naar het (waarden)perspectief van de relatie. Vanuit je eigen perspectief zeg je misschien: “ik kan de pijn van een afwijzing er echt niet bij hebben nu, ik heb het al zo zwaar.”Vanuit het perspectief van de relatie zou je kunnen zeggen: “open en eerlijk contact is belangrijk in een liefdesrelatie, dus ik deel mijn angst met mijn partner.” Als je zicht begint te krijgen op de dynamiek van terugtrekken en uitreiken en de identificatie met één van de twee kan loslaten, ontstaat er ruimte voor echt contact. Dan is er ook ruimte voor het ontwikkelen van vrijheid en autonomie omdat je je partner niet meer zo nodig hebt om jouw leegte en gemis op te vullen. Je kan contact maken om de ander te zien of om iets van jezelf te delen en niet omdat je iets nodig hebt. Zo kan een volwassen liefdesrelatie ontstaan.
Beeld: Henry Moore, King and Queen
Geef een reactie